Plattegrond eendenkooi

De onderdelen van een eendenkooi

De vanginrichting bestaat uit een aantal essentiële onderdelen. Deze onderdelen worden apart behandeld elders op de website. In principe zijn deze onderdelen op alle eendenkooien aanwezig, maar de verschillen binnen de onderdelen zijn vrij groot. De kooiker vult deze naar eigen inzicht in en de vorm is ook afhankelijk van de streek waarin de kooi ligt en het materiaal dat beschikbaar is. In de moeilijk bereikbare gebieden maakte de kooiker gebruik van het materiaal dat in de directe omgeving beschikbaar was, zoals riet en bomen (wilg, els, es). De meeste kooien zijn gegraven en hebben dan het roggenei model. De grootte van de kooi was ook afhankelijk van de beschikbare hoeveelheid land en de vorm van de verkaveling. In een aantal gebieden werd gebruik gemaakt van al aanwezige plassen, vaak ontstaan door veen afgraving, waarbij ook de plaats en het aantal vangpijpen variabel was (Kloosterkooi, Weerribben). In het rivierengebied werd ook gebruik gemaakt van wielen of waaien, na een dijkdoorbraak achtergebleven diepe plassen direct aan de dijk (Bakkerswaal bij Lekkerkerk, Sompen bij Haarsteeg). Onderstaand een Gelders/Brabants model eendenkooi, op basis van de maquette van de eendenkooi Batenburg en gemaakt door de toenmalige kooiker Jonkers.

Maquette Batenburg

  1. De vangpijp, een doodlopende sloot met een overkapping van beugels waarover een net is gespannen. De vangpijp wordt ook wel keel genoemd.
  2. De kooiplas, het centrum van de eendenkooi. 
  3. De sating, langs de rand van de kooiplas een plek waar overdag de eenden rusten en hun verenkleed onderhouden.
  4. De borst.
  5. Het kooibos. Het kooibos omsluit de eendenkooi en zorgt voor rust, broedgelegenheid en producent van het bouwmateriaal voor de eendenkooi.
  6. Het vanghokje. Aan het einde van iedere vangpijp staat het vanghokje waarin de eenden uiteindelijk gevangen worden.
  7. Het makhok. Hier worden de jonge eenden mak gemaakt en wennen hier aan kooiker en kooikerhond.
  8. Het kooihuisje, het huisje waar de kooiker zijn voer en materiaal opslaat.
  9. Het boothuis, hier ligt de roeiboot die gebruikt wordt bij het onderhoud van de kooi vanaf het water.
  10. Broedkorven. Nest gelegenheid voor de eenden van de makke stal.
  11. Observatiehut. Zicht op de plas zonder zelf gezien te worden.
  12. Het pomphuisje, vroeger werd het waterpeil op hoogte gehouden door een watermolen, tegenwoordig met een diesel- of electropomp.
  13. Kennel. Hier verblijven de honden van de kooiker.
extraSmallDevice
smallDevice
mediumDevice
largeDevice