Rietvelt - Noord 1

Introductie

Rietveld Noord 1 en 2 zijn eigenlijk het oude Hazerswoudse Rietveld van voor 1648. In dat jaar kwam er een herschikking en werden de diverse kleinere polders ten zuiden van de Kerckvaart bij het Rietveld getrokken. De totale waterhuishouding werd gewijzigd. Nieuwe kades, meer molens en jaarrond bemaling werd ingevoerd. Het oude Rietveld strekte zich uit vanaf de de oude dwarswetering/Hoornse Molenkade tot aan de Kerckvaart, de huidige Rietveldse Vaart.

De Baene Kooi (A)

De kooi lag bij de Coppierekade (oost) met ten noorden de Wetering (Dwarskade, Oude dwarswetering, Oude Gooch) en ten zuiden de Burggooi. In 1562 is de kooi eigendom van Jacob Dircksz Rijck die de kooi heeft gekocht van Floris Symon Jansz. Rond 1565 overlijdt Jacob Dircksz en zijn weduwe zet de kooi voort, waarschijnlijk met hun zoon Jonge Dirck Jacobsz, die in 1578 de kooi verkoopt aan de broers Claes en Sijmon Claesz. In 1588 wil de buurman Pieter Hendricksz Metselaer een kooi oprichten, maar daar steken de broers een stokje voor. Rond 1590 overlijdt Claes Claesz en komt zijn aandeel in handen van Jan Cornelisz, mede erfgenaam. Hij besluit zijn deel te verkopen aan zijn oom Bonifaes Jacobsz, die al 1/4 deel van de kooi heeft, het andere deel is van Symon Claesz. Symon en Bonifaes hebben inmiddels twee kooien, waarvan er 1 in het Alphense Rietveld ligt. Ze besluiten om tot ruiling over te gaan.
Op 1 januari 1613 gaat de kooi in Alphen over naar Bonifaes Jacobs en deze kooi komt volledig in het bezit van Symon Claesz. Een jaar later overlijdt Symon Claesz en zijn weduwe (Grietje Symonsdr)en kinderen verkopen de kooi, inlusief gereedschap en tamme vogels, aan hun neef Willem Aertsz. In 1616 verkoopt Willem de kooi alweer en deze gaat naar Thijs Dircksz. Thijs overlijdt rond 1621 en zijn erfgenamen verkopen 7/8 van de kooi aan mede zoon van Thijs met alle tamme vogels en gereedschap. Hoe het dan verder gaat met de kooi is niet bekend, bij de inventarisatie in 1807 is de kooi in handen van Blommenstein. (zie Kooien 1807)

De Oude Kooi (B)

Het verhaal van deze kooi begint in 1617 als Pieter Heertgens, getrouwd met de weduwe van Cornelis Florisz Koeijman, de kooi verkoopt aan Maritje Cornelisdr, weduwe van Reijer Jansz. Het land en de kooi is groot 10, 5 hond en de kooi wordt verkocht met de tamme vogels, gereedschap en de hutten.
Waarschijnlijk is de koopster niet in staat het verkoopbedrag op te brengen want in 1625 verkoopt Pieter de kooi opnieuw en nu aan Mathijs Martijnsz en Willem Gerritsz. 4 jaar later verkopen zij de kooi met alles erop en eraan aan Cornelis Stalpaert, die hiervoor 1000 gulden betaald. Stalpaert woont in Leiden, dus de kooi zal wel verpacht zijn geweest. Na het overlijden van Cornelis verkoopt zijn dochter als enige erfgenaam de kooi en het land aan Matthijs Jacobusz Hogeveen en Eeuwout Hendricksz van Tol. De vrouw van Matthijs overlijdt in 1662 en de boedel moet worden verdeeld. Het blijk dat Matthijs en Eeuwout zwagers zijn, hetgeen de verdeling wat complexer maakt. Het 5/6 deel van de helft van de kooi wordt verkocht aan Eeuwout en Matthijs behoudt 1/6 (van de helft), maar besluit dit deel toch ook aan Eeuwout te verkopen. In 1676 is Eeuwout overleden en het land en de ‘oude vogelkooi’ wordt verdeeld onder de erfgenamen.

Coppiere Kooi (C)

Hendrik Gerritsz verkoopt in 1584 aan Sijmon Florisz Koeijman, kleermaker te Koudekerk, 14 hond land met daarin een vogelkooi. Sijmon Florisz verkoopt op 17 september 1589 de kooi en het land aan zijn broer Cornelis Florisz Koeijman. De kooi ligt in het oostelijk deel van het Rietveld bij de Coppierekade. In 1595 besluiten Cornelis Florisz en Sijmon Jan Reijersz hun kooien te ruilen. Cornelis gaat terug naar zijn oude kooi (Koeijmans Kooi) en Sijmon Jan Reijersz krijgt deze kooi.

In 1628 overlijdt Sijmon Jan en de boedel wordt verdeeld. Zijn kinderen krijgen de kooi en Cornelis Sijmonsz en Maritje Sijmonsz verkopen hun deel van de kooi aan hun broer Claes , met tamme vogels en gereedschap.
Op 1 december 1649 gaat de kooi over naar Roelof Pietersz Blesgrave. In 1665 overlijdt de echtgenoot van Roelof, Judith Arentsdr, en wordt de boedel verdeeld. Roelof behoudt de kooi die al aan het vervallen is.

Huberts Kooi (E)

In 1581 koopt Hubert Cornelisz van zijn broer Claes Cornelisz een vogelkooi in het Rietveld ten zuiden van de oude Wetering. De erfgenamen van Claes Cornelisz verkopen de kooi in 1601 aan Liclaes Adamsz, wonende te Koudekerk.
Het verdere eigendomsverloop is onduidelijk. De kooi blijft wel actief en is in 1807 eigendom van Albertus Kleijnenbergh (zie bij de kooien van 1807).

 

Eendenkooien

Hazerswoude
De eendenkooien van 1807
Bovenwech - Binnewech - Vrije Noock
Buitenwech e.o.
Rietvelt - Noord 1
Rietvelt - Noord 2
Rietvelt - Zuid
extraSmallDevice
smallDevice
mediumDevice
largeDevice