De vangpijpen en in een aantal gevallen ook de kooiplas moet worden voorzien van een beschoeiing of betuining. Betuining is een term die in zuid Nederland wordt gebruikt voor beschoeiing. De staleenden zijn in staat om binnen de kortste keren een oever die niet voorzien is van een degelijke beschoeiing onder water te laten verdwijnen. Ook is het sterk afhankelijk van de grondsoort waarop de kooi is gebouwd.
In het verleden werd eigenlijk altijd gebruik gemaakt van wilgentakken, goedkoop en in het kooibos voorhanden. Soms gevlochten rond palen en soms ook gewoon in gebonden bossen achter de palen. Met een baggerbeugel werd vervolgens bagger uit de kooiplas of vangpijp getrokken en achter de betuining gedeponeerd Later werd er steeds meer gebruik gemaakt van planken omdat die veel langer meegaan dan de wilgenhouten beschoeiing. In de jaren zeventig van de vorige eeuw kwam de asbest golfplaat in beeld en werd veelvuldig toegepast. In een aantal kooien is die nog steeds aanwezig en zorgt voor de nodige kopzorgen rond de verwijdering van het asbest. Ook in dezelfde jaren zeventig was er de opkomst van tropisch hardhout, duurzaam maar ook prijzig. Na twintig jaar blijken ook deze beschoeiingen aan vervanging toe.
In een aantal kooien is ook gebruik gemaakt van betonplaten die ook wel voor schuttingen werden gebruikt, maar ook deze oplossing kende een relatief korte gebruiksduur. Wat we nu zien is dat er steeds meer gebruik wordt gemaakt van kunsstof palen en dun metalen damwandprofiel. Het blijft zoeken naar duurzame oplossingen, maar de echte duurzame oplossing is nog niet gevonden of heeft iemand inmiddels het ei van Columbus gevonden?