Veel kooien lagen vroeger ver bij de bewoonde wereld vandaan en soms ook moeilijk bereikbaar door de plassen water die de kooi omringden.
In de 17e en 18e eeuw werden de kooihuisjes nogal eens bezocht door kleine criminelen zo lezen wij in diverse Oud Rechtelijk Archieven. Men ging ervan door met een deken, bstek en ander huishoudelijk goed. Het feit dat ze zo afgelegen lagen maakte het praktisch om op de kooi een goede schuur of huisje te hebben voor de opslag van voer, gereedschap en materialen. Meestal voorzien van een eenvoudige houtkachel voor wat warmte en om de turven aan te steken, want welke kooiker ging er zonder rokende turf de kooi in?
Voor de winterdag was er een matrasje en een deken om bij ijsvorming en sneeuwbuien direct de nodige maatregelen te kunnen treffen voor het ijs en sneeuw vrijmaken.
Soms werd een kleine woning bij de kooi gebouwd waar de kooiker met zijn gezin kon wonen. Er is een grote verschijdenheid aan vormen en materialen die gebruikt werden, helaas zijn er veel kooihuisjes vervallen of verdwenen.
Een aantal heeft een dusdanige culturele waarde dat ze zijn benoemd tot Rijksmonument. (https://www.eendenkooien.nl/rijksmonumenten )