Oudshoorn Oost

Introductie

De locaties van de kooien zijn willekeurig en op basis van de beperkte beschrijvingen in de aktes. Tot op heden zijn geen kaarten gevonden waarop de juiste posities van de kooien te vinden zijn. De zes kooien woerden hieronder beschreven aan de hand van de ORA (Gemeentearchief Alphen aan den Rijn). Er is nog een zevende vermelding uit 1585. In een locatie omschrijving komt naar voren de vogelkooi van Corneis Jacob Rijcken aan de Oudhoornseweg. Het is de enige zijdelinkse melding. Onduidelijk is of het een zevende kooi is of een voorloper van een van de 6 besproken kooien.

A. Kalkhovensche Polder

Op 17 september 1685 verkopen Cornelis Dircxsz Poelgeest en Elijsabet Sijmensdr aan Adriana van Swanenburgh een vogelkooi in Kalkhovensche Polder voor 200 gulden. Zie bovenstaande illustratie gemaakt door Balthasar Florisz Berckenrode, 1628, Stadsarchief Amsterdam. Enige melding.

B. De Grote Polder

Cornelis Jacopsz Bosman is in 1592 eigenaar van een vogelkooi in de Grote Polder te Oudshoorn. De kooi ligt in de Grote Polder en is onderdeel van land ter grootte van 22 morgen en strekt zich uit van de Rijn tot aan de Oudhoornseweg.
In 1605 stelt hij dit garant, samen met zijn huis, na het overlijden van zijn vouw Neeltgen Claesdr, voor de uitbetaling van de nalatenschap van zijn minderjarigen kinderen.

C. Oudhoornseweg, zuidwaarts, Grote Polder

Michiel Pietersz is in 1603 eigenaar van deze vogelkooi. In dat jaar overlijdt hij en komt er een boedelscheiding. Zijn vrouw Neeltgen Jansdr behoudt het huis, schuur en erf in Aarlanderveen. Bovendien zullen haar kinderen jaarlijks de som van 112 gulden en 10 stuivers aan haar uitkering zolang zij leeft. Ook krijgt zij jaarlijks ‘twee schepelen appelen en vijftich bos tacken’.
De kinderen krijgen het huis , schuur en beplanting, de vogelkooi met 100 eenden. In 1605 wordt de kooi in zijn geheel eigendom van Cornelis Michielsz.
In 1624 overlijdt zijn vrouw Elisabeth Fredericx, de erfgenamen verkopen de vogelkooi aan Willem Sijmonsz en Dirck Cornelisz.
Op 2 februari 1640 verkoopt Willem Sijmonsz Ruttenbruch voor 200 gulden zijn aandeel in de kooi aan Dirck Neef, die al de helft van de kooi bezat.

D. Oudhoornseweg, noordwaarts Duikerwetering

Willem Claesz van Heijningen wonende te Oudshoorn, ‘anders ghenaempt de Ridderbuyert’, is eigenaar van de vogelkooi sterkkende van de Oudhoornseweg tot in de Duikerwetering. Ariaentgen Ghijsbrechtsdr zijn vrouw overlijdt (1622) en de nalatenschap moet worden verdeeld. De kinderen erven het huis, berg, schuur en beplanting staande op 19 morgen 1hond land met de vogelkooi.Ze betalen Willem jaarlijks 200 gulden, levenslang, het gebruik van het huis en een stukje schuur. De opbrengst van de boomgaard is voor hem en de helft van de eenden die worden gevange. Tevens krijgt hij 15 roeden of 25 tonnen turf.
Huigh Claes Willemsz erft de vogelkooi. 1627

E. Vogelkooi van Willem Claesz

In 1587 heeft Willem Claesz een vogelkooi aan de Oudhoornseweg strekkend tot de Achterwetering. Verdere gegevens ontbreken.
De kooi is in 1652 geheel vervallen.

F. De Vogelkooi van Pieter Ghijbertsz

Pieter Ghijsbertsz en Neeltgen Pietersdr hebben in 1642 een vogelkooi aan de Oudhoornseweg.