In het boek van G..J. Eshuis uit 1976, “Van Boerenland tot Stadsrand” staat een beschrijving van een eendenkooi liggend aan de oostkant van Almelo. Het betreft een stuk grond gelegen tussen een oude bouwkamp en de Paradijsweg. De eerste vermelding van deze kooi komt uit het vuurstedenregister van 1675. De naam van het oerceel is 'Gloepe', een ander woord voor eendenkooi. De eendenkooi had via een klein beekje met de naam 'de Götte verbinding met de Kieftsbeek.
De exacte ligging van de kooi is niet bekend, maar de kaders op de kaarten geven ongeveer de plaats weer.