Broekvelden Oost

Introductie

In de Zwammerdamse Broekvelden lagen in 1611 volgens de kaart van het Hoogheemraadschap twee eendenkooien. Nader onderzoek bracht aan het licht dat dit er minstens 5 zijn geweest. Twee kooien in het oosterlijk deel van de Broekvelden en minstens drie in het westelijk gedeelte. Alle kooien zijn verdwenen, de laatste op het einde van de 18e eeuw. Aan de hand van de oude kaarten, notariele akten en de kadasterkaart uit 1811-1832 is een reconstructie gemaakt van deze vijf kooien De beide oostelijke kooien zijn verdwenen tijdens de vervening van de Broekvelden. Het enige dat in begin 1800 nog over was, was het Kooihuis (zie kaart 1850). In het Oud Rechtelijk Archief is nog een vermelding uit 1591 (4 april) over een vogelkooi van Claes Heijen die gelegen is in het Broekveld ten zuiden van de Oud Bodegraafse dijk. Het is niet duidelijk of dit gaat over een der beide kooen of dat dit een derde kooi in het gebied is.

Eendenkooi De Oude Wegh

De kooi lag in de Broekvelden en was de meest oostelijke kooi van dit gebied. De kaart uit 1850 geeft het kooikershuis aan dat op dat moment eigendom is van Jan Vis, veenman in de Broekvelden. De kooi zelf is dan al enige tijd ten prooi gevallen aan de vervening van het gebied. Op de kaart van het Hoogheemraadschap uit 1611 is de kooi ingetekend en is de meest rechts van de twee. De eerste vermelding van deze kooi komt uit 1637 en wel op 28 februari van dat jaar. De kooi zit in de nalatenschap van Marijtgen Woutersdr. Zij is de overleden huisvrouw van Claes Meesz. De nalatenschap wordt verdeeld in twee delen. De ene helft wordt verkocht aan Jan Ariens de Jonge (ook wel de Jager), oud-schepen van Gouda. De andere helft komt toe aan de kinderen van Marijtgen. Deze op hun beurt verkopen hun aandeel in de kooi (1/2) aan Claes Meesz de weduwnaar van Marijtgen.
Later dat jaar verkoopt Claes Meesz zijn aandeel in de kooi aan Leuntgen Meesdr., waarschijnlijk zijn zus. Deze is getrouwd met Jacob Huijbertsz.

In 1641 verkoopt Jan Ariensz de Jager (de Jonge) zijn helft van de kooi aan Herman Cornelisz, daarbij blijkt dat de andere helft al in het bezit is van Herman Cornelisz. Hiervan is geen akte gevonden.
Na het overlijden van Herman gaat de kooi over op zijn zoon Cornelis Hermansz, inmiddels ook voorzien van een achternaam t.w. Vergans. Op zijn beurt werd Cornelis Hermansz Vergans opgevolgd door zijn zoon Cornelis Cornelisz Vergans. Hij verkoopt de kooi in 1690 aan Vincent van Eijck, schout te Reeuweijk en Jan Leendertsz van Claveren.
In 1697 verkoopt Vincent van Eijck zijn aandeel aan de konderen van Leendert Janssen van Claveren (de zoon van Jan Leendertsz).

Hierna zijn geen aanwijzingen meer of de kooi verder verkocht wordt.

Eendenkooi Utenhooven

De tweede kooi in de oostelijke broekvelden is de kooi van Jacob van Utenhoven. Van Utenhoven is stadhouder van de lenen van de Provincie Utrecht en gecommiteerde van de Raad van Staen.  In 1727 wordt zijn nalatenschap verdeeld en verkopen de erfgenamen de kooi aan Dirck Fransz van Rooijen. In 1736 verkoopt Dirck Fransz zijn kooi aan Jan Vermeij, die hem twee jaar later overdoet aan Jan Maartensz Bos. Daarna zijn geen gegevens meer bekend. De locatie omschrijving is: gelegen in de Broekvelden tussen de Oud Bodegraafsedijk en de Slo

De kooi is bij de verdere vervening van de Broekvelden verloren gegaan. 

Met dank aan John van Gemeren, Reeuwijkse Reeks, nr 19, 2004

Kaart:
NL-HaNA_4.VTH_2338A, 1611, Floris Balthazar

Hoogheemraadschap Delfland, Rijnland en Schieland

 

Eendenkooien

Reeuwijk
Broekvelden Oost
Broekvelden West
extraSmallDevice
smallDevice
mediumDevice
largeDevice