Geij's Kooi (C)

Geschiedenis

De kooi staat op de kaart van Perenot (1761) met de vermelding kooy van Klaas Geij. Op het moment van het intekenen in de kadasterkaart is Klaas overleden en is de kooi eigendom van de erven. De kooi gaat vervolgens over op Antonie Wijnen en heeft deze in het bezit tot 1846 en gaat dan over naar zijn zoon Gerard Marinus Wijnen. In de Jacht registratie komen ze allebei ook voor. A. Wijnen wordt geregistreerd vanaf 1834 en neemt deze over van Cornelis den Hartog, die een registratie heeft vanaf 1814. In het eigendomsverloop is echter geen Cornelis den Hartog te vinden. Cornelis is echter wel een kooijman en het zou kunnen zijn dat hij de honneurs waar heeft genomen voor de erven Geij.

Geij zelf heeft geen registratie en is dus al overleden op moment van registratie. Ik ga er voorlopig vanuit dat deze theorie goed is.

Op de kaart van 1880 is geen kooi meer zichtbaar, het verval is na 1872 ingetreden.

Kadaster / Eigendomsverloop

Culemborg, sectie F, 1e blad, 46/47/48, Tienhovense polder
De erven van Nicolaas Geij, Rotterdam, hakhout, eendenvangst, kooikerhuisje, Zoowijkse wegje
534 - Antonie Wijnen, 1846
816 - Gerard Marinus Wijnen, verdeling 1857
1250 - Catharina Petronella Henkel, Elisabeth Anthonia Henkel, wed. G.M. Wijnen
vermelding van eendenvangst, verkoop 1871
1670 - Koenraad van Vuren, landbouwer, Culemborg, 1872 verkoop, eendenvangst

Registratie jachtwet

1814
Cornelis den Hartog
1829, 1834
Corneis den Hartog, later A. Wijnen
1834, 1839, 1844
A.G.M. Wijnen
1849
G.M. Wijnen

 

extraSmallDevice
smallDevice
mediumDevice
largeDevice