De Grote Kooi / Gellicum

Geschiedenis

De geschiedenis van deze kooi is niet heel erg duidelijk. Het is een oude kooi, op een kaart uit 1699 (Tass, 1729, Gelders Archief)) staat de kooi als zodanig ingetekend. Hij is dan volgens verpondings gegevens eigendom van de heer van Gellicum (Tengnagel). Het aardige is, dat dit de enige 'Vogelkoy' is die op de kaart vermeld staat, terwijl op dat moment de Betuwe bezaaid lag met vogelkoyen. In 1807 is de kooi eigendom van Ger. Verploeg en gaat in rond 1824 over in handen van Rijk van Geitenbeek. Deze Geitenbeek beschikt op dat moment over meerdere kooien in dit gebied. Geitenbeek overlijdt in 1839, waarna de kooien in handen komen van een rijke koopman uit Amsterdam, P.J. Ameshoff.
in 1968 gaat de kooi over naar de Stichting Beheer Landbouwgronden, in afwachting van de ruilverkaveling. In 1972 wordt Staatsbosbeer de eigenaar en wordt de kooi weer verpacht.

Registraties jachtwet

1814, 1824
Ger. Verploeg te Rumpt, thans (1824) R. van Geitenbeek te Tiel, afpaling 200 rr
1824, 1829, 1834
R. van Geitenbeek, kooiker L. Sterk
!834
P.J. Ameshoff, Amsterdam, kooiker L.Sterk
1839, 1844, 1849, 1854
P.j. Ameshoff
1945
Fam. Voet van Vormizeele
1951, 1952, 1953, 1955
Fam. Voet van Vormizeele
1979
SBB, Kooikers J. Bakker / L. van den Ham
1984, 1989
SBB, J.M. van Heiningen

Kadaster 1811-1832

Gellicum, sectie D, 82, Gellicumsche Lage Veld