De oudste vermelding van deze kooi komt uit de ORA van Tuil en is gedateerd 7 januari 1623. De kooi was eigendom van Elisabeth Hack, de weduwe van Wolter van Oever, richter in de Bommeler Waard. Deze Wolter had ook minstenst 1 eendenkooi in de Bommelerwaard. Elisabeth is overleden en Thomas Hack, broer van, verkoopt de kooi aan Aert Jansz van Opijnen en Reinier Ariensz. De kooi wordt aangeduid als 'd'alde koeij' en is groot negen morgen. (ORA Tuil, inv. 1247, fol. 86v)
Gezien het feit dat er gesproken wordt over de oude kooi, betekent dat de kooi er dus al even lag, waarschijnlijk begin van de 16e eeuw. Niet veel later is de kooi eigendom van Dirck Egensz Stout, die omdat de kooi waarschijnlijk verland is besluit op een ander gedeelte van 't Broek een nieuwe kooi aan te leggen. (Zie bij de Tuilse Kooi)
In 1643 verkoopt hij de kooi, samen met de Tuilse Kooi, aan Gerard van Bronckhorst, heer van Waardenburg.
Hoe lang de kooi nog actief is geweest is onduidelijk, maar uit de stukken van het huis Waardenburg (1649) blijkt dat er voornamelijk eenden gevangen werden in de Waardenburgse en Tuilse eendenkooi.De kooi verlandt verder en verdwijnt van van de diverse topografische kaarten. Rond 1850 komt het het land met de oude kooi in handen van de familie van Aken.
De nazaten verkopen de percelen in 1881 aan Antonie Beijerman en daarna komen de gronden door vererving in de familie Den Ouden / Naeff.
Bij de ruilverkaveling in 1968 gaan de gronden naar de Stichting Beheer Landbouwgronden.
Als 't Broek na de ruilverkaveling in handen komt van Staatsbosbeheer wordt besloten de kooiplas en de vangpijpen weer open te graven.
Waardenburg, sectie A, 1e blad, 32, ’t Broek
Gerrit Eger Murman, logementhouder in Tuil
Bosch