De eendenkooien van 1807
Blommenstein, Lonckhorst en Kleijnenbergh
Introductie
In 1807 zijn er uiteindelijk in Hazerswoude nog 3 kooien over, ze zijn dan redelijk op leeftijd en verdwijnen in de loop van de tijd. Blommenstein is in 1807 al niet meer actief. Zie voor de geschiedenis van de kooien onder Rietveld.
Kooi Blommenstein
Hazerswoude, sectie C, 4e blad, Zwarte Raaf, Rietveldsche Polder
888, 889, 890, Cornelis Blommenstein
Rietland, bosch en hakhout
Kooi Kleijnenbergh
Hazerswoude, sectie C, 3e blad, Zwarte Raaf, Rietveldsche Polder
475, 476,, 477, Albertus Kleijnenbergh, koopman, Leiden
Regt van eendekooi, bosch en hakhout
Albertus Kleijnenbergh (529), Oegstgeest
Verkoop 1852
Jan Snel (679), landeigenaar, Leijderdorp
Verkoop 1852
Jan Kraan (690) en cons., bouwman, Alphen
Scheiding 1853
Machiel Heemskerk (698)
Successie 1856
Joannes Heemskerk, pastoor, Hazerswoude
Successie 1866
Emerentia Heemskerk, Hazerswoude
Scheiding 1867
Johanna Heemskerk, Roelofarendsveen
Verkoop 1898, kooi vervallen
Registraties Jachtwet
1814, 1819, 1824, 1829, 1834
Jan van Halm, thans Jacobus Droog. Dirk Krijger bruiker, eigenaar Klijnenberg te Leiden, 200 RR
Eigenaar Kleinenberg, gelegen te Hazerswoude, 2 dec. 1829 overgegaan op Jacob Droog en in 1833 op naam van Dirk Krijger
_______________________
Kooi Lockhorst
Hazerswoude, sectie C, 2e blad, Zwarte Raaf, Rietveldsche Polder
289, 290, 291, Barend van Lockhorst, Rotterdam
regt van Eendekooij, bosch en water
501 - Theodorus Alijda Wijlch en Marinus Karel Piek
Scheiding 1854
718 - Marinus Karel Piek, Oudshoorn
regt van eendekooi
1895 scheiding, regt vervallen, alleen nog weiland
Registraties Jachtwet
1814
B. van Lockhorst van Tol en Tienhuisen, eigenaar
Gelegen onder Hazerswoude, zie voor 1819 en 1824 Gijsb. Blanken, huurder
1819, 1824, 1829, 1834
Gijs Blanken, nu G. Drost Breuker, eigenaar van Lockhorst (Rotterdam), onder Hazerswoude
___________________________
Eendenkooien
HazerswoudeDe eendenkooien van 1807
Bovenwech - Binnewech - Vrije Noock
Buitenwech e.o.
Rietvelt - Noord 1
Rietvelt - Noord 2
Rietvelt - Zuid
____________________________
Verklaring 1819
In 1819 kregen alle plaatsen opdracht om na te gaan welke kooien in hun gemeente nog functioneerden. Onderstaand het schrijven van Ged. Staten van Zuid-Holland aan de Opperjachtmeester.
Geen der drie kooijen alhier hebben zo ver bekend geen octrooi, maar zijn sedert onheuglijke jaren in possessie
Die van J. van Halm is afgepaald op circa 200 Roeden men oordeelt deeze afpaling genoegzaam
Die van Lokhorst' is niet afgepaald doch de kooi lieden ondervinden geen hinder van schieten of jagen
Die van C. Blommenstein sedert eenige jaren geheel in onbruik en vervallen
men heeft geen overlast van Wild
___________________
Ligging
________________
________________
Kooi Blommenstein
________________
Kooi Kleijnenbergh
________________
Kooi Lockhorst
________________
