Maasdijk kooien

Introductie

In het land van Maasland, over de Hoogen Steenen Maasdijck, boven Maassluis lagen rond 1700 twee eendenkooien. De bovenste kooi, met de kooiwoning, komen we voor het eerst tegen in de ORA van Maasland in 1691. De kooi is dan voor 1/3 deel in handen van Dijderik van Coolwijck, oud-burgemeester van Deft en Baljuw en dijkgraaf van Delfland. Dijderik is overleden en zijn erfgenamen verkopen hun deel aande erfgenamen van wijlen de heer Willem Nijenpoort. Het beterft het 1/3 deel van het land, de vogelkooi en het kooihuis waar de kooiker woont.
Een andere deel-eigenaar was Jan Arensz Hoogwegt en wel voor 1/6 deel. Hij overlijdt in 1692. Hij was in het bezit gekomen via zijn echtgenote Griettie Teunisdr de Hoog. Zijn ergenamen verkopen het aandeel aan Lijsbeth Pietersdr Vinck, weduwe van Cornelis Jansz van Oosten. Het bezit van de kooi wordt steeds verder opgedeeld en de erfgenamen van Vinck en van OOsten bezitten uiteindelijk allemaal 1/36 of 1/72 deel van de kooi. Er ontstaat een levendige handel in deze deeltjes. Uiteindelijk blijkt  de kooi en kooihuis in bezit van het oude en nieuwe gasthuis van de stad Delft en de regenten verkopen op 21 april 1717 alles aan de heer mr. Arent Vinck, advocaat te 's-Gravenhage. In de loop van deze eeuw verdwijnt de kooi.

De tweede kooi 

Iets ten zuiden van de eerste kooi lag nog een tweede vogelkooij. Over deze kooi is weinig bekend. De enige vermelding is van 4 mei 1700 als de heer Jean van der Cloot, oud commissaris van de zeezaken der stad Rotterdam, de kooi en het kooihuis verkoopt aan Johan van der Hoeve.

Eendenkooien

Maasland
Aelkeetbuiten
Commandeurskooi
Dijkpolder
Duyfpolder
Kralingerpolder
Maasdijk kooien
extraSmallDevice
smallDevice
mediumDevice
largeDevice