De Oude Kooi

Geschiedenis

De Oude Kooi is dus de tweede 'oude' kooi op Vlieland en werd uiteindeljk opgericht in 1892, maar daar ging heel wat aan vooraf.
De eerste vermelding van de kooi is een tekening uit 1885 waarop de kooi in rood is ingetekend met de tekst 'aan te leggen eenden kooi', gelegen in de Vianens Vallei. (Noord-Hollands Archief)
Op 5 augustus 1890 vragen Maarten Daalder, aannemer en Andries Kooijman, visser, beide van Terschelling, de Koning vergunning voor het oprichten van een eendenkooi op Vlieland. Op dat moment komt een traject op gang dat uiteindelijk loopt tot augustus 1892. Daalder en Kooijman willen de grond graag kopen en verzoeken tevens om recht tot afaling. Als eerste reageert het Min. van Justitie (Jachtwet) en vraagt verdere informatie. B&W van Vlieland geeft deze en adviseert positief op de afpaling.

Min. van Waterstaat (Hoofd ingenieur) geeft geen bezwaar als de grond in erfpacht wordt gegeven en is pertinent tegen de afpaling. Waterstaat wil in de duinen de schadelijke konijnen kunnen verdelgen en een eventuele afpaling maakt dat onmogelijk. In oktober 1890 adviseert ook de CvK van Noord-Holland gunstig op de erfpacht. Voor de afpaling wil hij een voorbehoud maken, om zonodig met een schietgeweer, de konijnen populatie beperkt te houden. Konijnenjacht Vlieland
In de beschikking van het Min. van Financiën, voorjaar 1891, staat hier niets over vermeld tot ongenoegen van het Min. van Waterstaat.
Het Min. van Financiën is niet van plan de akte van erfpacht te wijzigen en houdt ook vast aan de afpaling van 1000 meter.

De patstelling is compleet, het Min. van Justitie, het Min. van Waterstaat en Ged. Staten zijn tegen de afpaling. Aan Daalder en Kooijman wordt gevraagd af te zien van het recht tot afpaling en uiteindelijk zijn deze daartoe bereid en verzoeken om de verguning zonder afpaling.

Het Min. van Financiën houdt voet bij stuk met het argument dat een eendenkooi zonder afpaling niet kan functioneren. Het verdelgen van konijnen binnen de kring wordt wel toegestaan, ook met het schietgeweer.

Uiteindelijk krijgen Daalder en Kooijman de vergunning, inclusief de afpaling, en wordt de kooi gebouwd. (augustus 1892)

De eerste kooiker wordt Tjebbe Rijkeboer en hij wordt in 1899 opgevolgd door Andries Kooijman (mede-eigenaar van de kooi).
Waarschijnlijk vielen de vangsten later tegen. In 1912 is men gestopt met kooien en raakte de kooi in verval.

Een jagende burgemeester

In 1895 krijgt Vlieland een nieuwe burgemeester, J.H.W. Veenhoven, en deze blijkt een fervent jager te zijn en gezien de daarop volgende ontwikkelingen neemt hij het niet zo nauw met de regels. In het najaar van 1897 ontvangt hij een brief van een wildhandelaar Wijnalda uit Harlingen die de gevangen eenden en konijnen van Vlieland koopt en doorlevert.
 Hij beschuldigt de burgemeester ervan binnen de afpaling te jagen met geweer op zowel de wilde eenden als de makkestal van beide kooien en daarnaast ook zonder toestemming jaagt op konijnen in het jachtgebied van J. Hoedenmaker.
 De eenden verlaten de kooi en er wordt niet meer gevangen, dus geen handel.
 Op 31 oktober schrijft de burgemeester aan Wijnalda dat hij niet gediend is van deze kritiek en zeker niet van een poelier uit Harlingen en beweert tevens dat de kooien niet geregistreerd zijn dus ook geen afpaling kennen. De heren Daalder en Kooijman doen hun beklag bij de CvK. Ze spreken over het leegvliegen van de twee kooien en ook de overtreding van de burgemeester van het jagen op de voor de jacht gepachte terreinen van Hoedemaker.

Ook Hoedenmaker doet zijn beklag, maar de burgemeester laat hem door twee veldwachters opbrengen en maakt hem duidelijk dat als hij net inbindt Hoedenmakers zoon, die af en toe werkt voor de gemeente, geen opdrachten meer krijgt. Deze actie blijft ook niet onopgemerkt bij de CvK , evenals de mening van de burgemeester dat er geen registratie zou zijn van de twee kooien, terwijl de CvK deze registratie en afpaling zelf heeft goedgekeurd. De CvK is woedend en noemt het optreden van de burgemeester een overheidsdienaar onwaardig en sommeert hem zich aan de wet te houden. De burgemeester sputtert nog wat tegen, maar beloofd beterschap.  Niet lang daarna is hij burgemeester af en overlijdt in 1901. Of zijn aftreden met deze zaak te maken heeft of met zijn ziekte wordt niet duidelijk. Uit boven genoemde correspondentie komt wel naar voren dat er ook in de Nieuwe Kooi nog enige tijd is gekooid. 

 

Eendenkooien

Vlieland
De Oude Kooi
De Nieuwe Kooi
extraSmallDevice
smallDevice
mediumDevice
largeDevice